Battambang

4 feb. Gisteren zijn wij in Battambang aangekomen in een heel schattig hotelletje. We hebben een veel mooiere kamer gekregen dan we hadden geboekt. Het personeel is super lief en spreekt goed Engels. Vanuit het hotel hebben we een dagtour geboekt. Dit leek ons handig aangezien we hier maar 1 hele dag hadden. Een Engels sprekende gids nam ons mee in zijn tuk tuk langs alle hoogtepunten van Battambang. Wat een lieve en rustige man! 

Ik zal vast veel dingen vergeten, want wat was dit een lange maar leuke dag. Alle zintuigen zijn vandaag geprikkeld. We hebben ontzettend veel gezien, geroken, gevoeld, gehoord en geproefd. 

Allereerst de bamboetrein. Je zit hier in een kleermakerszit op. Er is hier 1 spoor en wanneer je tegenliggers ziet, moet je met je kar van het spoor af. Zoals begrepen is men lui en wordt er kop of munt gedaan of steen papier schaar. De verliezer moet dan vanzelfsprekend van het spoor af. Tegenwoordig wordt de ‘trein’ voornamelijk voor toeristen ingezet. Het was voor ons dan ook een leuke ervaring. Al vrees ik voor mijn gehoor, want jeetje wat een trilling en lawaai. 

Na de trein kwamen we langs een tempelcomplex. Het was een klein complex met enkele tempels. De meeste hiervan waren niet meer in gebruik. Ook dit complex draagt de heftige geschiedenis met zich mee. Zo zijn tijdens het bewind m van de Rode Khmer de tempels gebruikt als gevangenissen. En ook hier was een killing field waar men terecht kwam vanuit de gevangenis. Het complex was niet heel mooi onderhouden. Terwijl wij daar liepen zag ik een aapje (zie foto). De eerste van deze vakantie. Hij was wel vastgeketend. Ik had op dit moment mijn macro lens op mijn camera  zitten en ik kon dus niet inzoomen waardoor ik iets dichterbij moest komen. Alsnog een grote afstand. Althans dat dacht ik.... totdat de ketting langer bleek te zijn, de aap zijn tanden liet zien en op mij af kwam rennen. Wat ben ik geschrokken. Voortaan dus mijn zoomlens vanaf een hele hele grote afstand. Gelukkig hebben we de foto nog ;). 

Het complex sloten wij af met een monument waarop het verhaal van de Rode Khmer via beeldhouwwerk staat afgebeeld. Dit gaf weer een goed beeld van de heftige gebeurtenissen.

Onderweg naar de verschillende bezienswaardigheden stopten ons gids bij allerlei traditionele familiebedrijfjes. Zo hebben wij gezien hoe rijstbladeren en rijstwijn worden gemaakt, banaan wordt gedroogd en hoe men bamboe sticky rijst maakt. Natuurlijk mochten we alles proberen. De rijstwijn heb ik echter achterwege gelaten. Niet alleen voor de alcohol maar er was onder andere 1 met fruit erin (niet gek), maar ook een rijstwijn waarin een dode cobra zat. Steef vond het eigenlijk best lekker. Het wordt geloof ik met name gebruikt voor je gewrichten. Dus mam, we nemen het voor je mee ;).

Rijstwijn met cobra vond ik al redelijk heftig, maar het kan natuurlijk gekker. Zo eet men ook rat. Lekker gemarineerd en van de bbq. Ook hier gingen wij langs en mochten we een heerlijk ratje proeven. Steef was zo gek om het ook echt te doen. Men haalt hier de ratten van de rijstvelden waardoor deze ratten als schone ratten worden gezien. Maar zullen ze daadwerkelijk alleen daar lopen? Ik vraag het mij af haha. De ingewanden (behalve de lever) worden eruit gehaald en ledematen (behalve staart) worden verwijderd. Ik vond het er maar luguber uitzien. Daarentegen moet ik van Steef aannemen dat het best lekker is. Ik vond hem in ieder geval zeer dapper. Fingers crossed dat zijn darmen het morgen ook nog dapper en leuk vinden! 

Het 2e deel van de dag zijn wij eerst naar de Wat Ek Phnom gegaan. Hier bevinden zich een tempel ruïne en een relatief nieuw gebouwd Boeddha beeld en een tempel. Bij de ruïne zag je goed hoe heftig het is geweest. Het Boeddha beeld maakt het geheel wel weer heel vredig. 

De dag sloten wij actief af met een heftige stijle wandeling naar de killing caves. Onze gids liep met ons mee en vertelde ons onderweg heel veel over de geschiedenis. Onderweg kwamen we een pagode tegen waar een monnik een zegening bracht. De pagode was kleurrijk versierd met vlaggetjes en onze gids vertelde dat dit de boeddhistische vlag is, weer iets geleerd. 

Uiteindelijk met heeeeel veel zweetdruppels en een mega hoge hartslag waren we bij de caves aangekomen. Er was er 1 voor de kinderen, 1 voor de vrouwen en een hele grote voor de mannen. In de rode khmer tijd was dit een bekende plek waar men levend en geblinddoekt in de grotten werd gegooid. Wij zijn naar de grot gegaan van de mannen. Hier zijn duizenden mannen omgekomen, verschrikkelijk triest. 

Na dit gezien te hebben, begonnen wij aan onze tocht naar beneden. Het was maar goed dat wij (nog) goede knieën hebben. Het was namelijk ontzettend stijl en heel lastig lopen. Iedere stap moest je met heel veel aandacht zetten. En we hadden haast, haast om de vleermuizen een ander deel van de grotten te zien verlaten. Met knikkende knieren stonden we beneden en Steef had gelukkig de camera al om en voordat we het echt doorhadden kwamen de vleermuizen in groten getale uit de bad caves. Dit is een echte toeristische trekpleister. Rijen stoeltjes staan klaar om dit ‘spektakel’ te zien.

En toen zat deze dag erop. Wat een leuke dag en en wat fijn dat we een dag met een Engels sprekende gids op pad konden gaan. Na 1 , weliswaar lange dag, hebben wij het idee dat we een heel goed beeld hebben gekregen van Battambang. Wat was dit een leuke plek om te verblijven. Natuurlijk ook door de onwijs lieve mensen uit het hotel met een Nederlandse eigenaar. Op naar Siem Reap!  
 

ps; foto’s volgen later...